zaterdag 17 oktober 2009

ANGST...



Nelson Mandela

Onze grootste angst is niet dat wij onvolmaakt zijn.
Onze grootste angst is dat wij mateloos krachtig zijn.
Het is het licht, niet onze schaduw, die ons het meest beangstigt.
We vragen onszelf: wie ben ik om briljant te zijn, prachtig, talentvol, fantastisch?
Maar wie ben jij om dat niet te zijn? Jij bent een kind van God.
Je onbelangrijk voordoen bewijst de wereld geen dienst.Er is niets verlichts aan je klein te maken opdat andere mensen zich bij jou niet onzeker zullen voelen.
Wij zijn allemaal bedoeld om te stralen als kinderen.
Wij zijn geboren om de glorie van God die in ons is, te openbaren.
Die is niet alleen maar in sommigen van ons; die is in iedereen!
En als wij ons licht laten stralen, geven we onbewust andere
mensentoestemming om hetzelfde te doen.
Als wij van onze angst bevrijd zijn, bevrijdt onze aanwezigheid vanzelf anderen.
Zo nu en dan pak ik de kwasten- Rolling Stones of Berlioz met enig volume en dan ontstaat er iets. Ik ben gewend om soms maandenlang te schaven en te veranderen. Dit was eigenlijk in een keer af. Het ben ik...met mijn demoon. De demoon is onlosmakelijk verbonden met mij...het is mijn passie...en het is mijn licht. Het is mijn moed en het is mijn konstante worsteling met transformatie..met dood...met leven.
De woorden van Nelson Mandela heb ik lang geleden in mijn hart gesloten en ik heb ernaar geleefd. En lang geleden schreef ik dit verhaal.
Transformatie
Met haar door de zon gebruinde, rimpelige hand streelde ze de oude tafel. Vlak voor haar dood had ze hem hier naartoe gesleept. Ze had er maandenlang aan gewerkt- geschuurd, geschaafd, gedroogd en opgewreven. Al haar liefde had ze aan de tafel gegeven en met haar laatste krachten had ze hem hier nu naartoe gesleept. Onder het rieten afdakje stond hij nu te glimmen.
Genietend van haar laatste manifestatie- genietend van dat wat alleen op aarde mogelijk was, genietend van het aardse, ging ze op de grond zitten en groef ze voor de allerlaatste keer met haar handen in de aarde. Zo was ze gestorven.
*************** **************** **************** ***************** ****
Ze ademde diep in en genoot van de ruimte die ze om zich heen ervaarde. Ze had het gedaan---de aarde die ze zag, de hut, haar tafel- ze waren nog precies zoals ze ze had achtergelaten. Haar liefde voor deze planeet, voor de mens, voor het lijfelijke en voor het manifesteren, hadden haar uit de dood doen oprijzen.
Ze had geweten dat ze zou sterven, herinnerde ze zich. De pijn in haar lijf was soms ondraaglijk geworden en ze was...zonder al te veel te zeggen ...vertrokken. Ze had een persoon in vertrouwen genomen, iemand die niet te dichtbij stond en die, als zij erop zou staan, geen reddende acties zou ondernemen. Althans daar wilde ze nog wel op vertrouwen.
Ze had haar vogels en de hond aan de seƱora gegeven en een half jaar huur gestort...en..was vertrokken. Een rugzak met wat ondergoed en gemakkelijk zittende kleding en verder niets. Ze moest aan een goede vriend denken, die haar vertelde altijd zo licht mogelijk te reizen.
Bang was ze niet. waarom zou ze...ze zou niet meer terugkeren. Ze zou al het gedoe laten voor wat het was.
*******
Ergens was ze aangekomen. Het ongerepte stuk land met die paar grote bomen en dat kleine huisje, hadden meteen haar liefde. In het huis bevonden zich een bed met een nog goed matras ,een tafeltje en een paar stoelen. Onder het rieten afdakje zou ze kunnen schuilen voor de zon of voor de regen. Het was perfect geschikt. In de wijde omtrek was geen levende ziel te ontdekken. Ze kocht voorraad voor een half jaar in het dichtstbij gelegen dorp en betaalde iemand die haar weer terugbracht. De vele flessen water bleek ze uiteindelijk niet eens nodig te hebben, want ze vond een waterput met schoon, helder water.
Ze genoot, ondanks de steeds heviger wordende pijnen, van de ruimte, van het alleen zijn, van het buiten en...daar vond ze ook de tafel. Ze was meteen verliefd op dit grote, oude gevaarte. De tafel was nat en verweerd...en evenals zij, bijna aan zijn eind. Ze sleepte hem met al haar kracht de hut in, zodat hij bij het vuur kon drogen. S´nachts hoorde ze hem kraken. Vol liefde, voor het oude gevaarte , zouze wachten tot hij droog was.
terwijl het natte, bijna verweerde hout droogde, bleek het over een ongekende veerkracht te beschikken. Misschien wel dankzij het feit dat er iemand aandacht aan hem besteedde. En het leek of hij hernieuwde belangstelling kreeg voor het leven.
Het leek alsof de tafel heelde.
De roestige spijkers en de natuurlijke gom...weken..en na droging zag de tafel er werkelijk verschrikkelijk uit. Ze moest zich het verhaal van het stoffen konijntje herinneren.
Doet het pijn?, vroeg het konijn
aan het stoffen ezeltje.
Tjaa...zei het stoffen ezeltje en
wreef langs zijn kale snuit. Het doet pijn!!
Tegen de tijd dat je helemaal BENT, zijn
je oren eraf gewreven en je neus hangt scheef van
de knuffels en je bent helemaal kaal.
Maar dat geeft niets, want het is wel heel FIJN.
Ohhh, zei het Konijn.
*******
Ze had gedurende het hele proces van heling, de tafel goed in de gaten gehouden. Soms wat verder van het vuur en soms wat dichterbij. Wat een zorg voor een tafel. De liefde, aandacht en zorg voor de tafel hadden haar natuurlijk ook wat gegeven....KRACHT. Wekenlang had ze gecshuurd en geschaafd en ten slotte gewreven. Haar laatste blik bonen maakte haar misselijk. Ze wreef met haar handen over haar gezicht. Haar handen herinnerden haar eraan ..hoe ze eruit zag. Hoe ze voelde van binnen.
De geluiden van de vogels, voordat de avond in ging vallen, waren telkens weer een feest. Haar vertrouwde, eigen gemurmel, leek het drukke bos gerust te stellen....ze was er nog.
Nee, ze was nog niet zo oud; maar ze had vele levens geleefd...ze murmelde haar klanken. De vogels leken te gaan slapen en weldra zouden de eerste vleermuizen uitvliegen. Ze had vreselijke pijn en eigenlijk was het nu wel genoeg geweest. En toch kon ze nog geen afscheid nemen....de tafel was nog niet af. En ze wist niet hoe lang ze nog nodig zou hebben. jaren geleden had ze het maken van een plan opgegeven en was daarme het besef van tijd verloren.
************
Ze stond dus elke morgen weer op...er moest nog iets gedaan worden. Alleen al die gedachte hield haar op de been. Elke keer leek er weer een morgen te zijn. Wachten..wachten...wachten totdat de tafel droog zou zijn. Ze nam het zoals het kwam...de tafel scheen geen echte haast te hebben. Het leek soms alsof de tafel leefde . En toch was er ooit een boom gekapt en was er geacht totdat het hout niet meer werkte.mensenhanden hadden de tafel gemaakt en vrouwenhanden zorgden nu voor de heleing en het weer op orde brengen.
Nee, het was niet zo..dat het werken aan de tafel..de zorg en liefde, haar eigen lijf zou helen. De romamtiek zit hem in het weten dat je doodgaat en dan het geven van al je liefde en zorg aan een tafel. Het drogen van de tafel verschafte haar de tijd die nodig was om te sterven. het afscheid nemen van de aarde, de mensen en alles en iedereen die ze lief had...viel haar zwaar. Ze scheen te moeten sterven om te helen...
Even voelde ze haar tekortkomingen - de onmogelijkheid---domheid en onbewustheid te vergeven- een golf van misselijkheid overviel haar.
Buiten was het stil, elke avond die angsaanjagende stilte, vlak voordat het geritsel van de nachtdieren je aandacht trok. Al scharrelend, voelde ze dat haar sterven een verhaal van kracht was. Ze had niet in een ziekenhuisbed, met alle geliefden om zich heen willen sterven. Het ach en wee...horen. natuurlijk had ze weer de anderen de zorg voor haar afgenomen. Maar het was haar leven en haar leuzen.
*************
Met een ongekende kracht; de meesten die zo ziek waren als zij, lagen nog slechts in bed, schaafde ze de tafel. niet teveel- het was alsof ze hem pijn zou kunnen doen en het was dan ook een nauwkeurig werkje. Net genoeg om de dode cellen te verwijderen. Ze had inmiddels een relatie opgebouwd met de tafel. Vreemd het was toch gewoon ...een ding. De tafel gaf haar wat ze nodig had. Tijd en iets om voor te zorgen. Nee niet de zorg die je zo vaak ziet...om klein te willen houden. Zorg...om iets mooier te laten zijn.
Ze had ook tijd nodig, tijd om haar tranen te huilen. De tafel scheen haar tranen te absorberen in zijn nieuwe huid die tevoorschijn was gekomen. Als ze met lange uithalen...bijna schreeuwde...leek de tafel het geluid op te vangen, te koesteren en te wiegen...om dan los te laten.
Empty shell..people. waren mensen die iets vreselijks hadden meegemaakt en vanaf dat moment hadden besloten om nooit meer...te leven. Alles liet ze onverschillig. Ze had er zovelen gezien en weigerde absoluut om onverschillig te worden, ook al zou dat haar dood betekenen. En hier bij dit huisje had ze deze tafel gevonden. De tafel had ook een vlies gehad, evenals de onverschilligen. De vochtigheid had hem een grijzige waas gegeven en nu, na al haar geschaaf en geschuur, was zijn prachtige kernglans naar boven gekomen.
daar had ze altijd zo van genoten, wanneer dat gebeurde bij mensen.
**********
Voor haar een ander, had een goede vriend gezegd. En zo was het...er waren zovele boodschappers, meesters, transformers etc. nu op de aarde. eentje zouden ze niet missen. Soms was de pijn zo overweldigend dat ze moest gaan zitten. Nu de tafel buitenstond, leek die haar nog meer te troosten, ze was immers zo graag buiten. Het rieten stoeltje kraakte onder haar, nog maar weinige gewicht en ze genoor van het vertrouwde geluid. Ze viel in een korte-transslaap en dat gebeurde vaker op de dag. In de trans voelde ze geen pijn.
Allemaal ogen..ze draaiden om haar heen. Serieus en liefdevol kijkende ogen. Nee, ze had er niet voor gekozen in dat grijze middenstuk te leven. Ze wilde voelen, ze wilde weten...niet onzichtbaar zijn....zelfs niet hier...ze schreeuwde. Ze had zichzelf niet kunnen vergeven...ze voelde zich schuldig aan de wereld..schuldig aan het ..gedoe.. Ze had niet voldoende kunnen doen. Ontschuldiging.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten